In 1952 ontmoet de onderwijzer John Standing de aristocratische Johnny Spence, die een perfecte dubbelganger van hem blijkt te zijn. Na een nacht waarin hij veel gedronken heeft, ontwaakt John met een kater, stelt vast dat Spence verdwenen is en hem als zijn vervanger heeft achtergelaten. John ‘erft’ een landhuis met een bedlegerige, drugsverslaafde moeder, zijn vrouw Frances, zijn minachtende zuster Blanche, het dochtertje Mary Lou en twee minnaressen, waarvan één getrouwd is met zijn broer Paul.